Extra

Breng opgeslagen gegevensbestanden over van uw diagnose-instrument naar uw pc.

1. Selecteer in het beginscherm Extra > Verbinden met pc.
2. Sluit de meegeleverde USB-kabel aan op het diagnose-instrument en uw pc.

Het diagnose-instrument wordt weergegeven als een externe schijf op uw pc. De bestanden bevinden zich in de map "USERDATA".

Zie voor meer informatie ShopStream Connect™

Dit scherm toont het Serienummer, de Pincode en de Code van het diagnose-instrument die worden gebruikt om uw instrument te koppelen aan uw Snap-on Technicus-profiel (waarmee u andere apps kunt gebruiken zoals de Snap-on Cloud en Security Link).

Zie voor meer informatie Snap-on Technicus-profiel

Selecteer in het beginscherm Extra > Verbinding maken

De PIN- en codenummers veranderen iedere keer dat u het scherm Verbinding maken opent; dit is normaal. Elke weergegeven set pincode- en codenummers kan worden gebruikt.

Stel de functie van de snelknop in.

Selecteer op het beginscherm Extra > Snelknop configureren

Opties:

● Helderheid—oHiermee opent u het scherm met helderheidsinstellingen.
● Scherm opslaan— Hiermee slaat u een bitmapafbeelding op van het zichtbare scherm.
● Video opslaan—Hiermee schrijft u PID-gegevens vanuit het buffergeheugen naar een bestand, zodat dit in de toekomst kan worden geopend.
● Snelkoppelingen menu weergeven—Hiermee opent u het menu, zodat u snel een gewenste functie kunt selecteren.
● Schakelen tussen starten/onderbreken—Hiermee programmeert u de sneltoets, zodat deze kan worden gebruikt als de pictogrammen voor onderbreken en starten.

Dit scherm geeft patentinformatie en systeeminformatie weer, zoals de softwareversie en het serienummer.

Selecteer in het beginscherm Extra > Systeeminformatie

Typisch

Software-updates

Stel de helderheid van het scherm in.

Om deze instelling te wijzigen — Vanaf het beginscherm: selecteer Extra > Instellingen > Systeeminstellingen > Display > Helderheid

Gebruik de pictogrammen om aan te passen.

Stel het schermthema in op Dagthema (witte achtergrond) of Nachtthema (zwarte achtergrond).

Om deze instelling te wijzigen — Vanaf het beginscherm: selecteer Extra > Instellingen > Systeeminstellingen > Display > Kleurenthema

Nachtthema - Weergegeven

Stel de werkbalk in op Kleur of Hoog contrast (zwart-wit).

Om deze instelling te wijzigen — Vanaf het beginscherm: selecteer Extra > Instellingen > Systeeminstellingen > Display > Werkbalk met hoog contrast

Instelling hoog contrast - Weergegeven

Stel de tijd van inactiviteit voor de schermachtergrondverlichting in.

Om deze instelling te wijzigen — Vanaf het beginscherm: selecteer Extra > Instellingen > Systeeminstellingen > Display > Tijd voor achtergrondverlichting

Opties:

● Altijd aan
● 15 seconden
● 30 seconden
● 45 seconden
● 60 seconden

Stel de lettertypestijl in op normaal of vet.

Om deze instelling te wijzigen — Vanaf het beginscherm: selecteer Extra > Instellingen > Systeeminstellingen > Display > Lettertype

Stel de tijdzone in.

Om deze instelling te wijzigen — Vanaf het beginscherm: selecteer Extra > Instellingen > Systeeminstellingen > Datum en tijd > Tijdzone

Stel de kloktijd in.

Om deze instelling te wijzigen — Vanaf het beginscherm: selecteer Extra > Instellingen > Systeeminstellingen > Datum en tijd > Klokinstellingen

● Gebruik omhoog (+) en omlaag (–) om de nummers in te stellen
● Gebruik controleren (a) om naar het volgende veld te gaan.

Schakel zomertijd in (aan/uit).

Om deze instelling te wijzigen — Vanaf het beginscherm: selecteer Extra > Instellingen > Systeeminstellingen > Datum en tijd > Zomertijd

Stel in hoe de tijd wordt weergegeven, 12 of 24 uur.

Om deze instelling te wijzigen — Vanaf het beginscherm: selecteer Extra > Instellingen > Systeeminstellingen > Datum en tijd > 24-uursnotatie

 

Stel in hoe datuminformatie wordt weergegeven.

Om deze instellingen te wijzigen — Vanaf het beginscherm: selecteer Extra > Instellingen > Systeeminstellingen > Datum en tijd > Datumnotatie

 

Opties:

● (MM_DD_JJJJ)—maand, dag, jaar
● (DD_MM_JJJJ)—dag, maand, jaar
● (JJJJ_MM_DD)—jaar, maand, dag

Schalen instellen (Aan/Uit) in Scanner.

Om deze instelling te wijzigen — Selecteer in het beginscherm Extra > Instellingen > Scanner configureren > Grafiekschaal

 

Zet (Aan/Uit) de optie Onmiddellijke voertuig-ID.

Om deze instelling te wijzigen — Selecteer in het beginscherm Extra > Instellingen > Scanner configureren > Auto VIN

 

Schakel (Aan/Uit) het scannen van OBD-II-codes en controles voor Codescan.

Om deze instelling te wijzigen — Selecteer in het beginscherm Extra > Instellingen > Scanner configureren > Generieke codescan

Stel meeteenheden in op VS of Metrisch.

Om deze instellingen te wijzigen — Vanaf het beginscherm: selecteer Extra > Instellingen > Eenheden configureren